Werkgevers en werknemers moeten veel meer gaan doen aan scholing en ontwikkeling. Dat moet niet eenmalig gebeuren, maar voortdurend in de schijnwerpers staan, vindt minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken.

Hij denkt na over een soort algemene periodieke loopbaankeuring (APL) – zoals de check bij auto’s gaat – zodat werkenden kunnen zien hoe ze er in hun werk voor staan.

Volgens Asscher is een actieve inzet op dit vlak nodig, omdat mensen in de toekomst vaker zullen wisselen van baan en ook vaker in een andere sector aan de slag moeten. Hij zei dat woensdag in Diemen op een conferentie over de arbeidsmarkt.

Robotisering

Door verdere digitalisering, automatisering, verplaatsing van het werk of het gebruik van robots zullen huidige functies en beroepen straks minder nodig zijn of niet eens meer bestaan. Vooral kantoormedewerkers lopen dat risico, blijkt uit een onderzoek. Bovendien ontstaan er steeds nieuwe beroepen waarvoor specifiek opgeleide mensen nodig zijn.

Asscher benadrukt dat de bij- en omscholing vooral ook laag en middelbaar opgeleiden en flexwerkers moet bereiken. Zij lopen meer risico om werkloos te raken terwijl ze minder open staan voor ontwikkeling dan hoger opgeleiden. Werkgevers moeten deze groepen goed begeleiden.

Samenwerking fondsen

De Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O) kunnen hierin een rol spelen. Asscher wil dat de fondsen beter met elkaar samenwerken en eventueel samengaan per branche. Ook moeten de fondsen meer met de fondsen in andere sectoren gaan samenwerken.

De minister doet zelf al onderzoek naar een nationaal scholingsfonds en een soort scholingspremie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl